Een zonnepaneel kan veel stroom opleveren, maar doet dit alleen overdag als de zon schijnt en meer in de zomer dan in de winter. Een windmolen kan altijd energie opwekken, zolang het maar niet te hard en niet te zacht waait. Een kolencentrale kan continu draaien, maar zorgt voor veel schadelijke stoffen in de atmosfeer. Je kunt in plaats van vlees sojabonen gaan eten of verbruiken als biogas, maar dan draag je bij aan de ontbossing van het Amazone gebied. Om naar een neutraal klimaat te gaan moet je dus de juiste balans vinden tussen de kosten, opbrengsten en leverzekerheid. En dat is lastiger dan het op het eerste opzicht lijkt, maar vooral nog veel duurder dan waar nu mee wordt gerekend.
Compenseren voor impact
Acties geven reacties en grootschalige acties lijden vaak tot maatregelen die ten koste gaan van de natuur. Doordat we meer elektrisch en mobiel zijn geworden is de groei in lithium en kobalt (nodig om batterijen te maken) sterk gestegen. Batterijen die ook gebruikt kunnen worden in je huis om energie op te slaan als je zonnepanelen teveel energie leveren, zodat je dit op een tijdstip kunt gebruiken wanneer je een tekort aan opgewekte energie hebt. Lithium en kobalt kunnen dus erg handig zijn, maar helaas gaat het ook gepaard met grote kosten. Denk hierbij aan vervuilde rivieren waardoor inwoners nu geen eten of schoon water hebben, of het meer en meer hebben van kinderen in schadelijke mijnen, om alleen maar aan de vraag te kunnen voldoen. Dan zijn hierbij de secundaire kosten (zoals waar halen de mensen nu hun water en eten vandaan?) niet eens meegenomen.
Wanneer we kijken naar de energietransitie moeten we dus niet alleen kijken naar de CO2 uitstoot, maar ook naar de overige kosten. Hoe kun je het doel halen op plek A, zonder plek B te vernielen? Als we in balans willen blijven dient ook dit aspect mee te worden genomen. Door veel meer gebruik te maken van circulaire- en retourstromen van bestaande producten kunnen we de schade beperkt houden. Wanneer we dus kiezen voor een bepaald instrument om energie op te wekken of op te slaan dient er dus een opslag toegevoegd te worden voor schadelijke impact. En dat is soms lastiger om te bepalen. Zo kwam in maart 2018 het eerste bericht naar buiten dat de eerste windmolen was gebouwd zonder subsidie. Dit bleek echter niet waar te zijn. Het is dus belangrijk om altijd goed te kijken naar alle facetten en kosten van een oplossing om te bepalen wat nu goedkoper is. Door dit mee te nemen krijg je een realistischere kostprijs. Je bent er alleen nog niet, want een kolencentrale kan 24 uur per dag draaien, terwijl zonnepanelen dat niet doen.
Compenseren voor stabiliteit en betrouwbaarheid
De prijs voor energie en bijbehorende compensatiemaatregelen is dus te berekenen, maar is hiermee niet definitief. Er dient gecorrigeerd te worden voor de stabiliteit en betrouwbaarheid van de productie. Een windmolen levert misschien meer stroom op over een jaar dan een zonnepanneel (per euro die je erin investeert), maar is ook minder betrouwbaar doordat de wind minder betrouwbaar is dan de zon. Immers, je weet dat een zonnepaneel bijna geen stroom op zal wekken in de winter, maar bij een windmolen is dat nog onzeker. Met algoritmes kun je hiermee de juiste mix samenstellen van producten die stroom opwekken en daarmee ook op basis van historische gegevens een bepaalde zekerheid geven van levering. En dat is wat uiteindelijk het belangrijkst is.
Het kan leuk zijn dat alleen windmolens over een jaar genoeg stroom opwekken voor iedereen, maar de stabiliteit en betrouwbaarheid vragen dan ook om een enorme hoeveelheid opslagmiddelen. Door oplossingen te mixen kun je de betrouwbaarheid verhogen. Zo waait het gemiddeld harder in de winter, waardoor zonnepanelen en windmolens elkaar goed kunnen aanvullen. In de winter produceren windmolens meer energie en in de zomer leveren zonnepanelen meer op. Door algoritmes te maken en oplossingen te simuleren kun je hierdoor bepalen hoeveel je moet investeren om de transitie te kunnen voltooien. Dit is ook een van de redenen waarom de gemeente Groningen waarschijnlijk niet haar doel gaat halenĀ om in 2035 energieneutraal te zijn.
Door te kijken naar de energiedistributie en de patronen (bijvoorbeeld via machine learning), kun je de correctiefactor berekenen voor de leverzekerheid die je nodig hebt. Wanneer de distributie een normale verdeling volgt kun je de volgende formule aanhouden:
(Kosten oplossing + kosten impact) * (inverse normale verdeling oplossing / gemiddelde opbrengst van de oplossing) = werkelijke kosten oplossing
Door de echte energieprijs te meten bouw je daadwerkelijk richting een circulaire economie, maar ook aan leverzekerheid in de toekomst. De kosten lijken hoog, maar zijn niet anders dan de huidige kosten die nu worden doorgegeven aan anderen (met name aan de volgende generatie). Door alle kosten mee te nemen in de berekening kun je beter bepalen hoe je de energietransitie succesvol kan doorlopen. Energieprijzen draaien niet om output, maar om impact, betrouwbaarheid en stabiliteit voor nu en in de toekomst.