Vanuit de Pollinator Group zijn we al langer bezig met de verduurzaming. We ontwikkelen tools, doen onderzoek en zijn veel bezig met het ontwikkelen van nieuw materiaal. Waar wij ook dachten dat het de laatste tijd beter gaat met de verduurzaming zijn we compleet terug op aarde gezet na een expeditie naar Spitsbergen. We nemen jullie daarom graag mee met onze ervaringen in de hoop dat we samen kunnen helpen aan een duurzame samenleving.
Onze reis begon vanaf het noorden van Noorwegen waarbij we op de boot stapten richting Bereneiland. Bereneiland (Bjørnøya in het Noors) heeft zijn naam te danken aan de ijsbeer die er vroeger in de winter vaak kwam. De laatste jaren zijn ze er aanzienlijk minder doordat er door de klimaatverandering te weinig pakijs is, waardoor het lastig is voor de beren om te komen in grote getallen. Daarnaast heeft het ook minder zin, omdat ijsberen het pakijs nodig hebben om te kunnen jagen.

Bereneiland lijkt bij aankomst op de wintereditie van Isla Nublar (Jurassic Park). Alsof de tijd er miljoenen jaren heeft stilgestaan. Pas als je dichterbij komt zie je dat de mens ook hier nog zijn impact heeft.
Afval, verspilling en verandering
Dat is triest om te horen, maar dit was niet het enige wat er speelde op het eiland. Op dit eiland waar slechts drie mensen wonen aan de andere kant op een weerstation, zie je veel afval op het strand. Het komt niet door de toeristen daar, voordat je het eiland op komt moet je je schoenen schoonmaken in een speciaal bad en alles stofzuigen, om zelfs de kleinste vervuiling tegen te gaan.
We stappen aan wal op het eiland en mensen zien plastic op het strand dat alleen lokaal wordt gemaakt en gebruikt wordt in hun buurt. Die buurt is echter wel 2.500 km verderop. Waar de natuur op het eiland mooi is, zijn de stranden vervuild door mensen die duizend(en) kilometers verderop wonen. Het gaat vooral om plastic en materiaal van de visserij. We ruimen er een deel van op, maar het is teveel en op lastige plekken om alles op te kunnen ruimen.
Het geeft een eerste diepe indruk op ons, om te zien hoe vervuiling niet alleen gaat om emissies, maar ook om verspilling. Deze drie categorieën zijn dan ook sterk met elkaar vervlochten, want minder verbruik lijdt tot minder verspilling, maar ook tot minder productie en energie gebruik. Dit hebben we ook beschreven in ons artikel over Gemeente Groningen en haar doelstelling, maar we zien het nu ook echt in actie.
Ook op de gletsjers op Spitsbergen komt het probleem naar voren. Kaarten zijn onbruikbaar, omdat het landschap zo aan verandering onderhevig is. Een voorbeeld dat we zagen was een gletsjer die een paar jaar geleden nog 150 meter hoog was en nu nog maar 50 meter hoog. Ook het jaagterrein voor de ijsbeer om de gletsjer heen neemt af, doordat er minder pakijs op zee ligt waar zeehonden naartoe komen. Hierdoor wordt de ijsbeer alleen maar meer bedreigd.

Het niveau van het pakijs is elk jaar aan verandering onderhevig, maar ieder jaar wordt er minder pakijs gevormd waar zeehonden op kunnen uitrusten en ijsberen op kunnen jagen.
Helaas zijn dit niet de enige problemen die op zee plaatsvinden. Doordat de zee warmer wordt, komen er andere vissoorten voor in de zee. Dit kan de biodiversiteit in gevaar brengen. Een voorbeeld hiervan is de makreel die telkens noordelijker komt en er nu al voor zorgt dat de papegaaiduikers in de Lofoten nauwelijks (volgens lokale gidsen zelfs niet) meer voor komt. De eerste makrelen zijn ook al in Spitsbergen gevangen, wat ook daar een grote impact zal hebben op de diversiteit.
Aan de ene kant helpen wij als mensheid niet mee door meer te gebruiken dan dat goed voor ons is en aan de andere kant zorgt dit overmatig gebruik ervoor dat de biodiversiteit zichzelf extra in gevaar brengt. En vooral deze laatste stap is iets wat snel gebeurt. Iedereen kan bijdragen aan verbeteringen en de meeste bedrijven zijn al actief met plannen. Maar met plannen alleen kom je er niet. Er moet veel gebeuren om de plannen werkelijkheid te laten worden. Zoals we al onderzochten bij de Gemeente Groningen is het nu al lastig om de doelen voor 2035 (!) te halen. Het is daarom hoog tijd om stappen te maken, want alleen dan kunnen we het redden. Iedereen kan zelf bijdragen; door minder te verbruiken, minder te verspillen en het liefst door dier- en milieuvriendelijk materiaal te gebruiken.