In deel 1 hebben we het gehad over hoe de verschillende partijen samen kunnen werken om zo effectief en efficiënt mogelijk zorg te kunnen bieden en daarmee de resultaten goed kunnen verspreiden over de verschillende stakeholders. In deel 2 gaan we in op een bijzondere groep medisch specialisten, de vrijgevestigde medisch specialist.
Medisch specialisten zijn er in een aantal categorieën, maar de grootste groepen zijn de specialisten in loondienst en de vrijgevestigde medisch specialist. In sommige ziekenhuizen wordt er alleen maar gewerkt met specialisten die in loondienst zijn (UMC’s bijvoorbeeld). Wanneer je in loondienst werkt, houdt dat grof gezegd in dat je als arts wordt betaald op basis van de uren die je werkt, ook al ben je productief of niet. Een vrijgevestigd specialist werkt niet voor het ziekenhuis, maar voor een Medisch Specialistisch Bedrijf (MSB). Deze groep wordt vooral betaald op basis van hoeveel en wanneer verrichtingen worden uitgevoerd op patiënten. Een vrijgevestigd medisch specialist verdient voor sommige acties die hij of zij uitvoert meer in het ene ziekenhuis dan in het andere ziekenhuis. Gemiddeld genomen verdient een vrijgevestigd medisch specialist €300.000 per jaar exclusief management toeslagen op basis van 1 FTE conform de arbeidsvoorwaarden medisch specialisten (AMS), exclusief kosten en vergoedingen die ook binnen deze FTE vallen. Een medisch specialist in loondienst verdient aanzienlijk minder met een gemiddelde van onder de WNT norm. Nog een verschil is dat artsen in loondienst verplicht zijn om relaties met de farmaceutische industrie te melden in het transparantieregister. Een vrijgevestigd medisch specialist hoeft dat niet.
Een vraag die bij ons een aantal keren is voorgekomen is dan ook, waarom zit er een dergelijk salarisverschil tussen deze twee groepen specialisten? Een veelgehoord argument is dat vrijgevestigde medisch specialisten een hogere productiviteit hebben dan de artsen in loondienst, omdat ze worden betaald per verrichting die ze uitvoeren. We nemen de proef op de som en gaan kijken of er een correlatie is te vinden tussen het hebben van vrijgevestigde medisch specialisten en financiële resultaten van ziekenhuizen. Om de vergelijking goed te maken kijken we in eerste instantie alleen naar ziekenhuizen en niet naar UMC’s (deze hebben geen vrijgevestigde specialisten). De data die we gebruiken komt van het CIBG en gaan over 2016.
Wanneer wordt gekeken naar de marge op de omzet (hoeveelheid geleverde zorg) dan is te zien dat er een groot verschil is tussen de ziekenhuizen met en zonder vrijgevestigde specialisten, De vrijgevestigde specialisten scoren een gemiddelde marge van 3,41% en artsen in loondienst ruim 36% meer met 4,64%. Dit is bijzonder omdat vrijgevestigde specialisten voornamelijk in grotere ziekenhuizen werken, waar de marges hoger zouden zijn vanwege schaalvoordelen. Kijken we namelijk naar UMC’s (nog groter), dan zien we een marge van 5,86%.
Een andere uitkomst is het percentage niet gefactureerde zorgproducten op basis van een genormaliseerde omzet. Niet gefactureerde zorgproducten die op de balans staan geven aan dat de zorgtrajecten zijn afgesloten en dat deze gefactureerd mogen worden aan de zorgverzekeraar, maar dat dit nog niet is gedaan. Wanneer dit niet kan vanwege fouten in zorgregistratie dan loopt dit percentage op. Hoe hoger het percentage, hoe slechter de zorgregistratie is. Opvallend is dat alle instellingen nog veel te halen hebben op het gebied van facturatie. Een DBC (DOT) loopt over het algemeen 120 dagen, dus je hebt in principe genoeg tijd om alle fouten eruit te halen. Toch zien we dat er bij vrijgevestigde medisch specialisten ruim 6% nog niet is gefactureerd van de genormaliseerde jaaromzet. Als je goed factureert zou je deze 6% van de jaaromzet direct kunnen gebruiken voor het verlagen van de schulden en investeringen in innovatie. In plaats daarvan is het nu duur werkkapitaal.
Niet vrijgevestigde specialisten en UMC’s zijn hier nog erger in met percentages van respectievelijk ruim 9% en 10%. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat vrijgevestigde specialisten betaald krijgen per verrichting en daardoor baat hebben bij een goede registratie, terwijl de andere partijen niet op deze basis worden betaald. De totale besparingen die hier te behalen zijn liggen in de honderden miljoenen. Deel 3 zal daar dan ook over gaan.
Resultaten
Twee andere thema’s die bij de Pollinator Group belangrijk zijn, zijn energie en innovatie. We hebben gekeken naar de energiekosten tussen 2015 en 2016 om zo de energiebesparing te berekenen. Daarnaast hebben we gekeken naar de verschillen in investeringen over de 2 jaren. De totale gegevens zien er als volgt uit:

Hierboven zie je vier categorieën waar we onder andere naar hebben gekeken tijdens ons onderzoek.
Ziekenhuizen met vrijgevestigde specialisten hebben minder energiebesparing behaald dan niet vrij gevestigde ziekenhuizen in gemiddelde bedragen. Relatief gezien is het verschil nog veel groter. Een ander belangrijk punt zijn de investeringen. Ziekenhuizen met vrijgevestigde specialisten zijn aanzienlijk minder gaan investeren, terwijl ziekenhuizen met alleen artsen in loondienst een toename in de investeringen hebben laten zien. En dat is zorgelijk. Ziekenhuizen spenderen telkens minder aan investeringen en liggen nu 30% onder het niveau van dat van 2010. In de tussentijd zijn de zorgkosten per individu in Nederland wel aanzienlijk gestegen (zie ook de tool hierover). Willen we de zorg goedkoper, effectiever en toegankelijker maken dan zijn investeringen nodig.
Dan de conclusie, zouden we kunnen besparen op loonkosten van medisch specialisten? Kijkend naar de cijfers lijkt het hier wel op. De resultaten (marges) van vrijgevestigde specialisten liggen onder die van de ziekenhuizen met artsen in loondienst, terwijl de salariskosten aanzienlijk hoger liggen. Wanneer we specialisten onder WNT (2018 obv 36 urige week) zouden laten vallen dan zou dit de zorg jaarlijks meer €467 miljoen besparen.
* In ons onderzoek hebben we ook gekeken naar correlaties tussen de hoeveelheid vrijgevestigde specialisten in een ziekenhuis en de performance. We hebben in geen enkele onderzochte variabele een significante correlatie kunnen vinden, alleen in de aanwezigheid van vrijgevestigde specialisten zoals in dit artikel beschreven.